Kijk, dat is die mevrouw van het snoepwinkeltje

Astrid trekt haar schort aan en loopt van de keukentafel naar de winkel, want er staan klanten. Eigenlijk is het nog niet rustig geweest in het Peperhúsjen, gekker nog, er staat vaak een rij tot op de Middenstreek. Klanten wachten geduldig om een kauwgombal, schuimblok of dubbel zoute drop te scoren. Als het te druk is, springt echtgenoot Jan bij.

Internationale snoepwinkel

Vooral dat laatste is erg populair bij de Duitse gasten, want je moet niet denken dat drop alleen populair is bij ons Hollanders. Zo blijkt Italië ook een dropland te zijn. Astrid bestelt haar Italiaanse drop bij Gino en elk pakketje, ja zelfs de rekeningen die ze uit Italië ontvangt, zijn een waar feestje. Prachtig verpakt, opgemaakt en gepresenteerd. Maar ook koopt Astrid het veel gevraagde Arabische Gom in België. Voor de inkoop kun je online uit de voeten, al is een beursbezoek natuurlijk wel belangrijk voor de smaak en voor kinderen een waar walhalla, want alles mag geproefd worden. Tegenwoordig moet je ook echt kennis hebben van de drop en het snoepgoed, neem nou de Gluten en Allergieën lijst, deze is tegenwoordig ook aanwezig. De populariteit van de winkel is iets waar de Van der Zaagjes geen rekening mee hadden gehouden. De impact die dat heeft (gehad) op het privéleven evenmin.

Verkoop gewoon tussen het strijkwerk en de afwas in

Het idee was eigenlijk om de winkel naast de dagelijkse werkzaamheden te doen. De verkoop van snoepjes is echter veel meer. Astrid heeft zich verkeken op het feit dat je naast het constant aanwezig moeten zijn in de winkel, ook moet inkopen, bijvullen, schoonmaken (want van snoepjes wordt alles heel “vies”) en de administratie moet bijhouden. De winkel doe je er niet gewoon bij, vooral in de zomer en de vakanties is het topsport. Het heeft inmiddels drie vaste banen gekost, omdat het niet te combineren viel, want het Peperhúsjen is gewoon meer dan een volledige baan. Dat het zo is gelopen hadden ze in 2005 nog niet durven dromen.

Van bakkerswinkel naar snoepwinkel

Eind dat jaar kochten Astrid en Jan namelijk het pand waar meer dan 100 jaar een winkeltje heeft gezeten. De laatste bakker was Leendert Abma en hij verkocht o.a. de Wereldberoemde strandkoeken vanuit dat winkeltje. In 2007 zag Astrid op Marktplaats de inventaris staan van een ouderwets snoepwinkeltje. De glazen potten, weegschaal en de kassa werden opgeslagen om er “later” misschien iets mee te willen gaan doen. Samen met de kinderen werd toch al snel besloten dat er geen ansichtkaarten of souvenirs verkocht moesten worden, maar los snoepgoed en drop.

Geen Otje of tante Aaltje

Jan heeft de inrichting zelf handmatig op maat gemaakt en de juiste sfeer er aan gegeven, maar een winkel moet ook een naam hebben. De derde optie, namelijk de vertaling van papieren puntzak in de Eilander taal, scoorde hoger binnen de familie dan “Otje” of “tante Aaltje”. Het werd Peperhúsjen en in 2010 opende de deuren van dit unieke winkeltje, met nog in het achterhoofd dat het iets was om erbij te doen.

Eerst naar het winkeltje, daarna pakken we wel uit

Maar het winkeltje is daarvoor iets te populair. Er zijn zelfs gasten die bepakt met koffers voor de winkel uit de bus stappen, daarna de koffers in Astrids winkeltje neerzetten en hun kinderen een zakje snoep uit laten kiezen, “want” zeggen de gasten “dan zijn we eindelijk van het gezeur af”, blijkbaar hadden de kinderen het de hele reis alleen over het snoepwinkeltje. Ook komt Astrid in haar keuken, gelegen achter een deur van de winkel, wel eens een gast tegen die zich afvraagt of er misschien nog een leuk cafétje zit. Mensen voelen zich blijkbaar zó thuis, dat ze dat heel normaal vinden. Op een gegeven moment ging zelfs de deur open en een moeder riep naar haar buiten wachtende zoon “Ja hoor, dat is ze”, gasten hadden iets gehoord over deelname aan de Postcodeloterij. Of als ze op straat loopt in Groningen “kijk, dat is die mevrouw van het snoepwinkeltje”. Astrid kan er wel om lachen, al is het ook wel eens lastig om je geduld te bewaren.

De sfeer en het gevoel van vroeger

Want soms ben je wel een kwartier bezig om een zakje te vullen: één schuimblok, twee kauwgomballen, o nee, doe toch maar één en dat voor 45 cent. Daarentegen geniet Astrid van de pretogen van meisjes als ze een snoepketting om krijgen. Of de verhalen van klanten over de meest uiteenlopende, soms persoonlijke, zaken. Maar vooral de herinneringen die het snoepwinkeltje naar boven brengt zijn goud waard. Astrid hoopt dat de kinderen van nu over een jaar of 15-20 ook díe herinneringen hebben.

Museumwinkel

Zo van “toen wij vroeger op Schiermonnikoog waren, kon je een zakje snoep kopen voor 50 cent” Misschien bestaat de winkel niet meer in deze vorm, want het winkeltje zit in het huis van de familie Van der Zaag, maar als Museumwinkel. Voorlopig zal Astrid topsporter blijven in het Peperhúsjen en heeft ze nog tijd om na te denken over de invulling na het tijdperk Van der Zaag. Sommige snoepjes horen nu al in een museum, want de IJsbonbonnetjes uit Dokkum of de Bruine Beertjes van Venco kun je nu al niet meer kopen. Ook verandert de smaak. Maar van welke smaak je ook houdt, je vindt het in het snoepwinkeltje aan de Middenstreek.

Uniek op Schiermonnikoog: 't Peperhúsjen!