WANDELTIPS VAN EILANDERS
Eilanders zijn vaak fervente wandelaars. Gedurende alle seizoenen struinen ze graag langs de kust, door de bossen of de duinen. Schiermonnikoog kent kilometers aan (schelpen)paden, die u langs de mooiste en meest herkenbare plekjes voeren. Het Bospad, het Johannes de Jongpad, het Scheepstrapad en wat te denken van het Jacobspad? Maar Schiermonnikoog is veel meer dan de gebaande paden…
Speciaal voor u hebben we eilanders gevraagd naar hun favoriete wandelingen op het eiland. Treed in de voetsporen van deze eilandbewoners en ontdek aan de hand van hun wandeltips waar je heerlijk kunt wandelen op Schiermonnikoog.
Tip 1: Wandelen langs de vloedlijn
Marijke Bouman ( Oud-horecaonderneemster en moeder van 2 volwassen eilander kinderen)
“Mijn mooiste plekje waar ik het liefst een poosje vertoef is toch wel tussen paal 3 en paal 5 in de buurt van Reactief Buitensport van mijn zoon Coen. Op dit activiteitenstrand kunnen jongeren en ouderen zich vermaken. Hier wordt o.a. gekitesurft, gevliegerd en je kunt er blokarten. Veel reuring maar ook vind je er een rustig plekje om te zwemmen in zee en daarna te luieren op het strand. Vanaf daar zou je door kunnen wandelen naar de Balg, het oostelijke puntje van het eiland maar dan ben je wel een paar uur onderweg. Aan het einde van de dag naar het strandpaviljoen Paal 3 om vanaf het terras de zon in zee te zien zakken. Genieten dus…”
Tip 2: Wandelen in de polder
Martin Hagen (agrariër en bestuurslid VVV )
“Ik ben opgegroeid in de polder van Schiermonnikoog en mag daar nog steeds elke dag boer zijn.Met name in het voorjaar en de zomer is het voor mij genieten in de polder. Het jongvee loopt grazend door de wei en ligt daarna heerlijk rustig te herkauwen. De weidevogels vliegen dan in grote getalen om ze heen. Elk voorjaar komen er honderden weidevogels naar het eiland om in de polder een nest te bouwen en jonge vogels groot te brengen. Er zijn nog maar weinig gebieden in Nederland waar zo veel weidevogels broeden.
Door de opvang van de vele brand- en rotganzen wordt op het eiland pas laat in de lente gemaaid, maar als het zover is, dan geniet ik van de heerlijke geur van net gemaaid gras. Op de akker daarnaast komt de maïs net op.
Gezamenlijk met de collega’s loopt jongvee op de kwelder. Elke drie weken worden alle dieren verzameld, gecontroleerd en eventueel naar huis gehaald. Lopend over de kwelder achter de dieren aan, bij de opkomende zon is een uniek moment van rust.
De dynamiek in de polder is prachtig om te beleven. Ik zou iedereen dan ook van harte willen aanraden om eens een rondje langs de dijk en polder te maken en te kijken en te luisteren naar wat er allemaal gebeurt.Neem ook eens een kijkje op één van de boerenbedrijven en geniet van dit prachtige deel van het eiland. En proef tot slot ook eens de echte eilander kaas!”
Tip 3: Wandeling aan zee
Thijs de Boer (eilandgids, eigenaar Schelpenmuseum Paal 14)
“Heel lang geleden (1953) ben ik geboren op dit mooie eiland. Al vroeg begon het strand mij te trekken. Vooral met noordenwind en na een storm ging ik met vrienden naar het strand om te jutten. Nog steeds vind ik het strand het mooiste deel van Schiermonnikoog. Het is nooit hetzelfde en er is altijd veel te vinden.
De allermooiste plek is voor mij de Balg, het meest oostelijke punt aan de oostkant van het eiland. Hier hebben zand, wind en water vrij spel en er spoelt vaak veel aan. Wulken (grote slakkenhuizen) zijn hier volop te vinden. Ook is de Balg de beste vindplaats in ons land van de noordkromp. Het weekdier dat in deze schelp leeft wordt het oudst van alle dieren ter wereld: maar liefst ruim 500 jaar!
Tijdens mijn middelbare schooltijd op het eiland liep ik regelmatig met enkele vrienden vanaf het einde van de Prins Bernhardweg (waar nu de Marlijn is) naar de Balg. Het puntje van de Balg lag toen ter hoogte van paal 16. Nu moet je ruim 4 kilometer verder!
Om op de Balg te komen, heb ik een oude fiets met achterop een kistje. Daaraan hangen enkele touwen, om eventueel grotere stukken - zoals scheepshout van oude vergane schepen - mee te kunnen nemen. Of een mooie nieuwe plank die aanspoelt.
Ik ga het liefst van huis als het nog schemerig is. Met een beetje geluk zie je dan namelijk de zon boven zee opkomen, altijd een indrukwekkend gezicht. Ik heb dan ook meer foto’s van zonsopkomsten, dan van zonsondergangen. Tijdens laagwater is er prima op het strand te fietsen.
Wanneer je ’s morgens vroeg in je eentje op dat uitgestrekte strand fietst, kom je af en toe een slaperige zeehond tegen, die die nacht op het strand is gaan liggen. Sommige gaan al snel, als ze mij in zicht hebben, al hobbelend naar zee. Maar er zijn er ook die helemaal geen haast hebben en even knipogen naar me.
Onderweg kijk ik natuurlijk goed uit naar allerlei zaken die aangespoeld zijn. Met oostenwind spoelt er barnsteen aan, miljoenen jaren oude versteende hars, waar je prachtige sieraden van kunt maken. Botten van dieren uit de ijstijd (o.a. van mammoet, rendier en steppenwisent). Eieren van roggen en de hondshaai. En… flessen met soms een brief!
Op een gegeven moment pasten al deze vondsten natuurlijk niet meer in ons huis en hebben we in onze tuin Schelpenmuseum Paal 14 gebouwd. Hier zijn niet alleen de vondsten van het eiland te zien, maar ook van stranden in de rest van de wereld (ook allemaal door ons gezin verzameld). Omdat het toegangskaartje de gehele vakantie geldig is, komen veel mensen met hun vondsten regelmatig naar het museum. Omdat ze na zo’n bezoek veel beter weten waar ze naar moeten zoeken, vinden ze de leukste dingen.
Een greep uit de bijzondere zaken die ik in de loop der jaren op het strand ben tegengekomen: een stukje mensenschedel (dat na onderzoek zo’n 500 jaar oud bleek te zijn), winterjassen bestemd voor Rusland, Dacron zeildoek op rol (met drie man amper te tillen), een deel van de schedel van een potvis, een badeendje van een badeendjesrace uit Engeland, delen van vliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog.”
“Zin om ook te gaan jutten? Ga met Thijs mee op de excursie Jutten & Schelpen zoeken.